Denkpauzes en alerteren
Nadenken en informatie geven
Als iemand lang nadenkt voordat hij besluit te passen of iets te bieden, geeft hij (meestal onbedoeld) informatie aan zijn partner. Stel het bieden gaat:
N O Z W
1© pas 2© 2ª
…pas pas 3©
dan heeft Noord door zijn denkpauze aangegeven toch nog wel "iets" te hebben. Als Zuid nu 3© biedt, mag dat niet gebeuren op grond van de denkpauze van Noord. Als Zuid dus duidelijk overwaarde heeft ten opzichte van zijn eerdere 2© bod (of hij herwaardeert zijn kaart door het ª volgbod), dan zou hij ook 3© hebben geboden zonder dat Noord lang zat te denken. Hier is op zich niets mis mee. Op het moment dat Zuid met 2© zijn kaart heeft verteld en geen "opgelegde kaart" heeft om 3© te bieden, dan is Zuid in overtreding en zal de arbiter het biedverloop terugdraaien naar 2ª voor West en een waarschuwing uitdelen aan Zuid. In dit geval geldt voor de overtredende partij het nadeel van de twijfel.
Wanneer denkt iemand lang?
Hier is geen "harde" richtlijn voor, maar 6-10 seconden of nog meer is al een hele tijd. Zeker als er tussen geboden wordt, is het zaak de tijd in de gaten te houden, want je geeft informatie voordat je daar erg in hebt.
Het STOP kaartje
Bij elk sprongbod moet de bieder, voordat hij zijn bod neerlegt, het STOP kaartje neerleggen. Na het bod wordt het STOP kaartje weer teruggenomen. De speler die volgt op de bieder MOET nu 10 seconden wachten voordat hij een bod mag doen. De reden is heel praktisch: door een verplichte denkpauze van 10 seconden wordt minder informatie gegeven dan wanneer de volgende bieder de keuze heeft tussen bieden na een denkpauze (misschien wel "iets") en direct passen (echt niets).
Het hanteren van dit STOP kaartje heeft in de praktijk nog een leuke bijwerking: je maakt partner wakker, want vaak kijkt partner alleen naar welke kleur geboden wordt en is zich niet bewust van het sprongbod. Door ineens een STOP te zien bij zijn partner, wordt hij "wakker" en dan gaat het bieden meestal wel goed.
Alert
Dit kaartje moet de partner van de bieder op tafel leggen op het moment dat de bieder een bod doet dat iets anders betekent dan "normaal gangbaar". Alleen als daarom gevraagd wordt, moet de partner uitleggen wat de bieder bedoelt. Hij mag alleen vertellen wat de afspraken zijn, niet wat zijn interpretatie is. De bieder mag de partner tijdens uitleg niet corrigeren. Als partner het verkeerd heeft uitgelegd en u wordt de spelende partij, roept u de arbiter voordat de tegenstander uitkomt (na de laatste pas). Legt partner verkeerd uit en wordt u tegenspeler, dan roept u de arbiter aan het einde van het spel.
Belangrijk is het voorgesprek. Hierin geeft u, aan het begin van de ronde, aan uw tegenstander aan wat de kenmerken van uw systeem zijn en welke afwijkingen de tegenstanders kunnen verwachten.
Ongeacht of er al dan niet gealerteerd is, mag iedere speler (behalve de dummy) op elk moment dat hij aan de beurt is een uitleg vragen van een bepaald bod, een uitkomst of een speelwijze. Het is altijd de partner van de bieder of speler die de uitleg geeft. Het simpelweg verwijzen naar de systeemkaart is uit den boze.