De regel van 20

De regel van 20 gaat nog een stapje verder dan de regel van 17:

Tel je punten en de kaarten van de langste twee kleuren bij elkaar op. Kom je uit op 20 of hoger, dan heb je een opening. Dus bij twee vijfkaarten mag je met 10 punten gewoon openen, terwijl je bij de regel van 17, 12 punten moet hebben. Ook kan je openen met 12 punten en twee vierkaarten.

Bedenk echter wel, dat wanneer je "normaal" opent omdat je lengte in een of twee kleuren hebt, je bij een sans spel alle kaarten om je oren krijgt van de kleur waar je kort in bent. Openen op lengte heeft over het algemeen alleen resultaat als je een troefkleur speelt, tenzij je partner voldoende opvang heeft in jouw korte kleuren.

Als je de regel van 20 hanteert, spreek dan af met partner, dat wanneer hij op jouw opening Sans wil bieden, hij 1 punt meer moet hebben dan hij (in "normaal Acol") belooft: 1SA: 6-10 punten, 2SA: 11-12 punten. Het 1SA c.q. 2SA antwoord moet wel worden gealerteerd met als uitleg dat dit 10 punten c.q. 11-12 punten kan zijn. Bij een 13 punten opening en een 2SA antwoord bied je natuurlijk meteen 3SA, maar bij een 10 punter bied je de tweede kleur of je past.

Door de regel van 20 toe te passen wordt het ook duidelijk dat een zwakke multi of een Muiderberg maximaal 10 punten belooft (anders zou de regel van 20 opgaan en dat betekent een gewone opening)

Als de regel van 20 voldoet, maar je hebt teveel losers, open dan niet. Ook niet zwak c.q. pre-emptief want ook voor zo’n opening heb je dan teveel losers !


Terug naar het overzicht Achterkantjes
Terug naar hoofd menu