LAW of total number of tricks (TNT)
Uitgangspunt
Bij competitief bieden beland je vaak in een te hoog contract, maar ook zou je vaak beter uit zijn 1 down te gaan, dan dat je de tegenstander laat spelen. In de standaard bridge opleidingen leer je al heel snel de principes van "wij (g)een fit, zij (g)een fit" en "als de punten 20-20 zitten, gaat degene die op 3-niveau speelt down".
Larry Cohen heeft dit wat verder uitgediept en komt tot de volgende conclusie:
Het totaal aantal slagen in een spel is gelijk aan het totaal aantal kaarten in de fit van beide tegenstanders.
Voorbeeld: NZ hebben samen 10 schoppen, OW hebben samen 10 harten. Volgens de LAW is het totaal aantal slagen in dit spel dus 20 (10 plus 10).
Dat betekent, dat als 4 harten wordt gemaakt door OW (10 slagen), dat 4 schoppen ook precies door NZ kan worden gemaakt (10 slagen).
Als 4 schoppen 1 down gaat (9 slagen), wordt 4 harten met een overslag gemaakt (11 slagen), totaal 20 slagen.
Hoe kunnen we hier het beste mee omgaan
Als je alle mogelijkheden naast elkaar zet, is het altijd beter (met 20 troeven totaal) om 4 schoppen te spelen, dan 4 harten te laten tegenspelen. Als u (door middel van losers tellen) inmiddels weet, dat u 10 slagen kunt maken en er is een 20-20 fit zou u zelfs 5 harten moeten bieden omdat 4 schoppen bij de tegenpartij er gewoon in zit. En dit is dan los van het aantal punten dat u en uw partner heeft!
Hoe weet ik hoeveel troeven er totaal zijn?
Zeker niet iedereen heeft voldoende ervaring en inzicht om te bepalen hoeveel troeven je samen hebt en hoeveel troeven de tegenpartij heeft. Natuurlijk is het handig als u weet hoeveel troeven de tegenpartij belooft bij een opening (is 1 schoppen een 4- of een 5-kaart). Dat leert u uit de systeemkaart van de tegenstander.
Om het geheel toch simpel en tegelijk doeltreffend te houden, heeft Cohen de regel ontwikkeld, die zegt: "met 8 nooit, met 9 altijd". Ga hierbij uit van het totaal aantal troeven dat u en uw partner bezitten. Dat totaal aantal troeven is het niveau tot waar u kunt bieden. Ga met 8 troeven samen nooit naar 3 niveau en ga met 9 troeven altijd over de tegenstander heen, tot op 3 niveau.
Ook hier kun je weer alle combinaties tegenover elkaar zetten en steeds weer blijkt, dat je met 8 troeven op 3 niveau punten weggeeft (tenzij je zo sterk bent, dat de tegenstander bij voorbaat kansloos is) en dat je met 9 troeven steeds de beste score krijgt als je tot op 3 niveau meebiedt.
Houd steeds het aantal losers in de gaten (zie dat artikel) en je weet waar je aan toe bent en wat de tegenstander kan doen. Als je volgens de LTC 9 slagen kan maken en je hebt 9 troeven, dan is het 4 klaveren bod van de tegenstander rijp voor een doublet en kan je hoog scoren, vooral bij een kwetsbare tegenstander, terwijl je zonder deze wetenschap niet snel zal doubleren, want als ze het halen, krijgen ze de manche bonus.
Gaat de LAW altijd op?
JA., als u optimaal afspeelt en de tegenstander optimaal tegenspeelt klopt het ALTIJD op de slag nauwkeurig rekening houdende met het volgende:
Wat te doen bij twijfel?
Passen.
Door de LAW toe te passen zult u niet in staat zijn alle slechte scores te voorkomen, maar u zult meer goede en gefundeerde beslissingen nemen dan een wereldkampioen die alleen op zijn intuïtie afgaat.
Uw afspeeltechniek zal er niet door veranderen, wel zit u vaker in het juiste contract.